In Genk maken we samen stad. Participatie is bij ons niet zoals voor sommigen een middel om de mensen aan te zetten tot verplichte zelfredzaamheid. Integendeel: participatie is een bewuste keuze om mensen samen aan een stad, omgeving en het maatschappelijk leven te laten meewerken. Het is een manier om de kennis, de creativiteit, de ijver en de ervaring van zoveel mogelijk inwoners in te zetten voor een gemeenschappelijk doel en hen zo te betrekken bij de organisatie van onze samenleving. En ik ben er ook van overtuigd dat we zo minder NIMBY’s (not in my backyard) en meer PIMBY’s (please in my backyard) zullen creëren.
In Genk zien we ons participatiebeleid stadsbreed. Daarom hebben we een schepen van participatie en een participatie ambtenaar die het participatiebeleid breed en horizontaal door alle stadsdiensten heen probeert te integreren. Het begint allemaal met participatie gewoon te benoemen. Te tonen dat het bestaat en dat we het ernstig nemen. Zo creëer je een participatiereflex in heel je organisatie.
Na eerdere initiatieven zoals de Genks, waarbij Genkenaren in gesprek gingen met Genkenaren, schakelden we in 2013 een versnelling hoger bij de voorbereiding van het meerjaren beleidsplan. Met de G360 deden we een oproep aan de Genkenaren om mee te komen denken over de toekomst van onze stad. Zo’n 450 Genkenaren meldden zich spontaan aan. Het was een goede mix van de hele bevolking. 47 stadsambtenaren werden opgeleid om dit proces te begeleiden. De ideeën die hieruit ontstonden werden verder uitgewerkt door Genkenaren die zich hiervoor vrijwillig hadden aangemeld.
Dat was dus mee denken. Brainstormen over onze stad. Praten. Je kennis en ervaring inzetten voor de gemeenschap. Maar participatie is meer dan dat want dan komen enkel de vlotte praters aan bod. Participatie is ook mee doen. De armen uit de mouwen steken. Naast je ideeën ook je ijver en creativiteit inzetten. Daarom kozen we dit jaar voor het project “operatie Mooie Plekjes”. Bewoners konden een plekje in Genk dat volgens hen voor verbetering vatbaar is voorstellen. Maar we vroegen hen ook een alternatieve invulling aan dit plekje te geven en het engagement om er zich ook zelf voor in te zetten. Zo hebben we dit jaar 5 plekken geselecteerd waarmee de bewoners nu zelf aan de slag gaan.
Volgend jaar plannen we om nog een stap verder te gaan en zullen we participatie stadsbreed organiseren rond het thema werk.
Maar wat zijn nu de succesfactoren van een goed participatiebeleid? Dat is moeilijk te zeggen omdat participatie altijd en beetje een experiment zal blijven. Het resultaat zullen we iedere keer door vallen en opstaan ontdekken. Maar dat is helemaal niet erg. We zijn het er immers allemaal mee eens dat we meer participatie nodig hebben al was het maar om die “andere democratie” waarover professor Luc Huyse het heeft, te realiseren.
Een eerste belangrijke succesfactor is volgens mij het “kunnen en mogen” participeren van de bevolking in plaats van het “moeten” participeren als verplichte zelfredzaamheid. Bied de mogelijkheid aan je bevolking om te participeren en je zal versteld staan hoeveel bereidheid er is om ook effectief deel te nemen aan de samenleving. Hierbij moet je wel ook altijd oog hebben voor een goede mix van deelnemers, zodat niet enkel de geëngageerde burgers meedoen maar ook zoveel mogelijk anderen. Daarom vind ik het systeem van loting waarmee de G1000 in Amersfoort werkt geen slecht idee. Ga de wijk in en bel bij de mensen aan met de vraag om te participeren.
Ten tweede: zet participatie stadsbreed in. Werk horizontaal over alle beleidsdomeinen heen. En benoem participatie ook zoals wij in Genk met een schepen van participatie en een participatie ambtenaar. Het vergroot de duidelijkheid en de echte wil om participatie te doen slagen.
Ten derde: werk ook gebiedsgericht in de wijken. Mensen zijn sowieso sneller geneigd om zich in te zetten voor iets dat voor hun deur ligt. Betrek je inwoners dus voordat je iets doet en laat ze er mee over denken en plannen. Dat is veel efficiënter en levert duurzamere oplossingen op dan achteraf een hoorzitting te moeten organiseren waar je dan toch alleen maar geconfronteerd wordt met de klachten. Betrek de inwoners dus bij de aanleg van pleintjes of een buurtpark. Werk met wijkbudgetten die ze zelf kunnen besteden. Ondersteun ontmoetingen in de straten en in de wijken.
En tenslotte: steek de mensen aan met het participatievirus. Toon de succesverhalen. Creëer enthousiasme om deel te nemen. En focus vooral op PIMBY’s: mensen die iets willen toevoegen in plaats van iets tegen te houden.
Ik ben er rotsvast van overtuigd dat we met meer participatie een krachtig medicijn tegen de verzuring kunnen ontwikkelen. Participatie brengt mensen samen. Participatie zorgt ervoor dat de bevolking betrokken wordt bij de organisatie van de samenleving. Ze leren samen werken met hun buren en andere inwoners waardoor ze zelf tot compromissen en betere oplossingen komen. De realisaties worden hun eigendom waarvoor ze dus ook meer zorg zullen willen dragen. Voor de bestuurders hoeft het niet meer te zijn dan erin te geloven en het te organiseren. Uiteindelijk vaart iedereen er wel bij omdat het een beter beleid mogelijk maakt dat door zoveel mogelijk mensen gedragen wordt.
(bijdrage VVSG trefdag 16/10/14 – participatie, op weg naar een andere democratie)